Twee oud-studenten en een gezonken meesterwerk

In de laatste aflevering van ‘De Gezonken Meesters’ waren oud-studenten Jantien de Boer en Bas Nijenhuis de meesterschilders. In het tv-programma stonden zes Nederlandse meesterwerken centraal die verloren zijn gegaan met het zinken van het schip Vrouw Maria in 1771. De opdracht aan de meesterschilders: reconstrueer het verloren werk. De versie van Jantien van het schilderij van Adriaen van Ostade van een man zittend aan een tafel in een binnenvertrek werd uiteindelijk door de jury als winnaar gekozen. Hoe hebben zij de deelname aan het programma ervaren? 

Bas Nijenhuis en Jantien de Boer in het tv-programma ‘De gezonken meesters’

Jantien: “Ik was wel verbaasd dat ik hiervoor benaderd werd omdat ik volgens mij niet direct bekend sta als ‘klassiek schilder’. Ondanks dat ik het spannend vond de opdracht aan te gaan – het ligt erg ver buiten mijn comfortzone om zo te schilderen – vond ik het ook een once in a lifetime experience en zeer eervol om dit verloren werk te mogen reconstrueren.” Bas, momenteel ook aan de academie verbonden als docent, vertelt: “Ik werd ook gebeld waarna een aantal gesprekken volgden, ook op mijn atelier. Vooral om te kijken hoe je overkomt op tv en om een goede mix te maken van de twaalf kandidaten die als meesterschilder meededen.”
Jantien, kunsthistoricus én oud-docent van de academie, heeft zich goed voorbereid. “De eerste weken heb ik vooral aan kunsthistorisch onderzoek besteed en aan het bestuderen van het oeuvre van Van Ostade. Ook heb ik meerdere studies en kopieën van zijn werk gemaakt.” Bas kon aangeven welke schilder zijn voorkeur had en dat was voor hem Adriaen van Ostade. “Met name vanwege de wat meer losse toets en het onderwerp: een mens. Daarna ging het vlot en begon het met het ‘college’ in het Scheepvaartmuseum. Het voorbereiden zelf voor het schilderen vond vooral daarna plaats: inlezen, onderzoek doen en schetsen, studies maken.”

Jantien aan het werk in haar atelier (foto: Lisette Photography)

Ze vinden het allebei heel speciaal om aan zo’n groot tv-programma deelgenomen te hebben. Bas: “Je maakt heel goed mee hoe televisie werkt dat is een leuke ervaring en daarbij kom je in contact met bijzondere mensen en plekken.” Jantien kijkt ook met plezier terug: “Dat we in het restauratieatelier van het Mauritshuis mochten kijken vond ik echt heel tof! Dat is een plek waar je normaal geen toegang tot hebt. Ook het bezoek aan Museum Møhlmann was te gek en heel informatief. Ik vond het sowieso heel leuk om eens ruim drie maanden met zoveel focus aan een project te werken. In mijn eigen werk fladder ik wat meer van het ene naar het andere schilderij. De diepgang hiervan vond ik verfrissend.”
Maar in de stijl van een andere kunstenaar werken valt nog niet mee. Bas: “Het was pittiger dan ik bij voorbaat dacht. Ik maak wel regelmatig meesterstudies, maar dat is vooral goed kijken en kopiëren wat een schilder al heeft gedaan en bedacht. Nu moest ik op basis van een omschrijving een schilderij maken in de stijl van een ander persoon. En dat is best ingewikkeld. Mijn grootste drijfveer en sturing is mijn eigen emotie en beleving: ben ik goed op weg? Past deze streek bij wat ik wil uitbeelden? Deze ‘check’ op je eigen voortgang is niet zo beschikbaar bij het reconstrueren van een werk van een ander.”

‘De filosoof’, het winnende werk van Jantien de Boer met Rein Pol als model

Jantien herkent dit: “Het aller lastigste was om echt in de huid van iemand anders te moeten kruipen en daarmee jezelf en je eigen voorkeuren, smaak en stijl geheel opzij te zetten. Ik merkte dat ik mezelf constant moest terugfluiten: niet te veel drama in het schilderij, niet een te groot licht-donker contrast, hou het ‘klein’. Je kunt in zo’n opdracht niet afgaan op je eigen intuïtie. Ik schilderde eigenlijk constant met de rem erop. Dat vond ik soms wel lastig.” Bas vult aan: “Het is echt moeilijk te schilderen ‘als een ander persoon’. Dat het werk daarmee meer op ratio tot stand is gekomen en, zoals een andere deelnemer tegen mij zei, ondanks mijn poging mijn eigen schilderstijl te willen onderdrukken in het proces, deze toch doorklinkt in het resultaat. Mijn eigenheid, handschrift is dan kennelijk zo aanwezig en herkenbaar dat het niet te onderdrukken valt. Dit is eigenlijk een groot goed voor een kunstenaar.” Tot haar verrassing ontdekte Jantien dat ze best heel gestructureerd kan werken: “Ik dwong mezelf heel planmatig te werk te gaan. Dat is niet per se heel artistiek, maar wel effectief. Gelukkig kon ik heel veel creativiteit kwijt in het bedenken en maken van de compositie: dat vond ik het allerleukste om te doen en een zeer uitdagende puzzel die me enkele weken heeft gekost. Het is leuk te weten dat ik het kan, schilderen volgens een strakke planning, maar echt gelukkig word ik toch van vrijheid in het schilderen: van het toelaten van happy little accidents en een beetje aanrommelen met een schilderij.”

De ‘reconstructie’ van het werk van Adriaen van Ostade door Bas Nijenhuis