‘Mag ik het bekken even gebruiken?’

Project ‘Skeletten’ voor de Vakscholing: werk van derdejaars student Sacha van Tetering

“In het begin wist ik nog niet zo goed wat ik ermee aan moest, met ‘la danse macabre’ en het thema skeletten. Ik vond het lastig om à la minuut iets creatiefs te produceren. Ik heb daar denktijd voor nodig”, vertelt Joland van der Helm uit Vakscholing 2.  ‘Skeletten’, zo heette het driedaagse project voor de Vakscholing 1, 2 en 3-studenten. Onder leiding van docent Robin Shillcock stond het skelet als drager van het lichaam, als ‘springplank’ van het bewegingsapparaat centraal. 

“Het was fijn dat Robin het proces wat kon versnellen doordat hij wat plaatjes uit tijdschriften had gehaald voor inspiratie”, vervolgt Joland.” In tweetallen gingen we elkaar omtrekken op een levensgroot vel papier waarna we met behulp van de skeletten de botten erin gingen tekenen. Groot werken, kruipen over de vloer en tekenen met heel je lijf, dat geeft een hoop lol! Regelmatig hoorde je de vraag: ‘Wie heeft de linkeronderarm’, ‘Mag ik het bekken even gebruiken’ of ‘Is dit een linker- of rechterbeen?’ En als je dan een idee hebt, hoe ga je dat dan uitvoeren?”

Links tweedejaars Grietje van der Wal-Abma en rechts derdejaars Hanneke van Eijk

“Hoewel het onderwerp van dit project inderdaad wel behoorlijk macaber was, wist docent Robin Shillcock er een verfrissende en humorvolle draai aan te geven”, vindt Judith Schuurhuis uit Vakscholing 3. “Zijn manier van lesgeven heb ik als prettig ervaren. Hij droeg tijdens het proces suggesties aan waardoor je vanuit je eigen ideeen weer verder kon werken met behoudt van je eigenheid in je werk. Gasten die uitgenodigd werden, waaronder kunstenaar Allie van Altena, maakten deze dagen afwisselend. Ook is het altijd fijn om tijdens een project de studenten van andere Vakscholingsjaren te ontmoeten. Kortom: drie volle, gezellige en inspirerende dagen!”

Judith Schuurhuis (Vakscholing 3) met ‘haar skelet’. Inzet linksboven: detail van de hand

Joland kan dit beamen: “De begeleiding van Robin was top. Hij kwam regelmatig langs om met veel humor het proces te begeleiden. Een van de dingen die is blijven hangen: ‘Less is more’: als je iets wilt vertellen, moet je de kijker niet te veel afleiding geven, daar wordt het niet duidelijker van. Ik vond het praatje tijdens de lunch (!) van biologisch archeoloog Lambert van Es over schedels ook erg interessant. Hij vertelde over de verschillen die er zijn in schedels van vrouwen en mannen en bepaalde specifieke kenmerken die ontstaan zijn tijdens het leven, bijvoorbeeld een vrouwenschedel met een groot gat in de kies. Deze vrouw kon waarschijnlijk door de pijn niet op die kant kauwen zodat er tandsteen kon ontstaan.”

Links Joland van der Helm (Vakscholing 2) en rechts Kim Buisman (Vakscholing 1)

Eerstejaars Kim Buisman was ook enthousiast over het project. “We werkten drie dagen aan één groot werk. Groter dan ik ooit had gedaan! Dat maakte dat iedereen hard doorwerkte. De sfeer was goed en er ontstond veel interactie tussen de studenten. Robin gaf veel individuele feedback en benadrukte dat je je eigen keuzes moet maken. Een bezoek aan het Universiteitsmuseum en een lezing tussendoor gaven het project een mooie afwisseling en extra diepgang.” In de anatomiekamer van het museum zijn zo’n vijftig preparaten op sterk water, een aantal skeletten en de eerste atlas van het menselijk lichaam van Vesalius uit 1555 te zien. Kim: “Ik heb ontdekt dat er veel verbeeldingskracht zit in een skelet: het kan tot leven komen! Het project heeft me opnieuw laten zien hoe belangrijk het is om tijdens het werken afstand te nemen en alert te blijven op wat er ontstaat. Soms zie je ineens iets heel moois dat niet overeenkomt met je plan, maar wat je wel wilt behouden. En tegelijkertijd moet je ook het lef  hebben om risico’s te nemen.”