
Op 28 augustus viert Groningen het feit dat de stad 350 jaar geleden werd ontzet, dit feest wordt ‘Groning(en)s Ontzet’ of ‘Bommen Berend’ genoemd. Xandra Donders, projectorganisator en docent aan de Klassieke Academie, bedacht het plan om in de projectweek met studenten uit Vakscholing 1, 2 en 3 dit feest luister bij te zetten door onder leiding van Rein Pol vier schuttersstukken te maken. In groepjes werd er op grote doeken geschilderd met als onderwerp de herdenking van de aanval van de prins-bisschop van Münster op Grunn in 1672.
De studenten hebben zich op het project voorbereid door zich in te lezen en ter inspiratie werd op de academie ook aandacht besteed aan schuttersstukken in de lessen kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing van docenten Ellen van der Vecht en Bouk Wierda. “Omdat ik oorspronkelijk niet uit Groningen kom kende ik deze geschiedenis niet en vond het interessant om via dit project erover te leren,” vertelt Jessica de Rover. Ook Arrienne Verrips vond het voorwerk al heel leuk: “Ik houd van geschiedenis maar omdat ik pas sinds een jaar in Groningen ben komen wonen weet ik nog niet zo veel van de Groningse geschiedenis.“ Klasgenoot Yvon Pfaff voegt toe: “Naast mijn eigen research hebben wij als groepje veel gehad aan documentatie die Rein Pol had meegenomen.”
Wie was toch die Bommen Berend?
Christoph Bernard von Galen, vorstbisschop van Münster, zette zijn zinnen op Stad en Lande maar hij krijgt de kous op de kop! In 1672 vallen Frankrijk, Engeland en de twee vorstendommen Münster en Keulen de Republiek der Verenigde Nederlanden aan. ‘De regering radeloos, het volk redeloos en het land reddeloos’, zo staat het in de geschiedenisboeken maar dit geldt niet voor Stad en Lande – zij bereiden de Von Galen een warm ontvangt voor, onder leiding van de Boheemse ijzervreter Carl Rabenhaupt (70), een ervaren militair. Deze laat een vijfde deel van de provincie rondom de stad Groningen onder water zetten. Alleen de zuidelijke route naar de stad blijft ‘open’. In de zomer van bovengenoemd jaar staat het Munsters-Keulse leger voor de Groninger stadspoorten. De stad wordt bestookt met bommen, granaten en gloeiende kogels (daaraan dankt de bisschop zijn bijnaam). Op veel plaatsen in de stad breekt brand uit. Maar Groningen – onder leiding van Rabenhaupt (en met behulp van zijn kanon De Grote Griet) – verzet zich hevig. Na een beleg van vier maanden geeft Bommen Berend het op en trekt zich terug.
Het verhaal van Bommen Berend werd voor dit project opgedeeld in vier thema’s: water, de aanval, de dood en het feest van de vrijheid. Studenten kregen de ruimte deze thema’s op eigen wijze uit te drukken. Fleur Krist vertelt hierover: “We hebben compositieschetsen gemaakt die we daarna op de iPad uitwerkten. Ook hebben we een opstelling gemaakt van deze compositie die we met allerlei materialen nabouwden, belichtten en fotografeerden. Aan de hand daarvan maakten we het schilderij.” Voor tweedejaars Sacha van Tetering was de eerste keer op groot formaat doek werken heel verrassend. Jolanda Warners uit Vakscholing 1 herkende dat wel: “Ik merk dat ik het fijn vind om op een dergelijk groot formaat expressief te werk te gaan en me ‘uit te leven’. We hebben het Bommen Berend-feest geschilderd op expressieve wijze met veel kleur en uitspattingen.”
Met meerdere studenten aan een schilderij werken was leerzaam maar ook lastig
Sommige studenten hadden nog niet eerder in een groep aan een kunstwerk gewerkt en dat bleek niet altijd even makkelijk te gaan. Judith Schuurhuis moest erg wennen. “De druk was natuurlijk ook best groot doordat de schilderijen in het Scheepvaartmuseum worden geëxposeerd. Ik vond het haast teveel worden en aan het eind van de eerste dag dacht ik erover om te stoppen. Na mezelf streng toegesproken te hebben en het te zien als leermoment begon ik vol goede moed aan dag twee. Ik merkte dat we met onze groep steeds beter op elkaar ingespeeld raakten. Ook konden we elkaar verder helpen als we niet genoeg durf hadden. Je bent voorzichtig naar elkaar, je werk is persoonlijk dus je wilt elkaar niet kwetsen; wanneer iemand over jouw penseelstreken heen schildert kan dat pijnlijk zijn. Het was dus een hele uitdaging en ontdekkingstocht!”
Arrienne Verrips vond het ook moeilijk om op deze manier samen te werken. ”Het doek waar we aan werkten is wel groot, maar om er met zijn vijven tegelijk aan te werken is niet te doen. De groep was wat voorzichtig naar mijn smaak, de stijl te realistisch.” Ze vindt het onderwerp bij uitstek geschikt om helemaal los te gaan en abstracter te kunnen werken. Elina Zijlstra vond het samenwerken ook een uitdaging. “Hoe je samen tot een concept komt, welke keuzes je maakt, dat is soms lastig. Aangezien je niet alleen werkt moet je echt elke penseelstreek overleggen en opkomen voor je eigen keuzes. Verrassend genoeg, en wellicht ook door het doortastende karakter van Rein Pol, kwam ik tot bloei. Wat ik ook als zeer positief heb ervaren is dat je zoveel leert van anderen, met name studenten uit hogere jaren kunnen mij enorm uitdagen. Hun gedeelde ervaringen en opgedane kennis vond ik zo waardevol.”
Jolanda Warners vond het fijn om regelmatig in de groep naar elkaars werk te kijken en tips, suggesties van elkaar te kunnen ontvangen. “We hebben prima samengewerkt en hier en daar compromissen gesloten. Wel vond ik het zo nu en dan moeilijk om in ‘andermans’ schildering verder te werken. Alsof je dan een andere identiteit gaat aannemen, want het geschilderde van de ander wil je zoveel mogelijk intact laten”. Sacha van Tetering zegt hierover: “Iedereen heeft een eigen visie over hoe het eruit moet komen te zien en dan moet je concessies doen, maar uiteindelijk ging het samenwerken super leuk en goed. Door met elkaar en de andere groepen ideeën, tips en feedback uit te wisselen over het schilderij, leer je van elkaar en ga je weer anders kijken naar wat je aan het doen bent”.
De deelnemers aan het project met vierde van rechts docent Rein Pol
Met het eindresultaat waren de studenten over het algemeen tevreden. Yvon Pfaff heeft genoten. “Ik vond het heerlijk om me drie dagen te focussen en samen met een groep te bouwen aan een mooi eindresultaat. We inspireerden elkaar en de sfeer binnen de groep was heel gemoedelijk en gezellig. De samenwerking verliep goed. Iedereen kreeg de ruimte om zijn aandeel aan het schilderij toe te voegen. De verschillende handschriften in schilderen maakten het wel een uitdaging om er een geheel van te maken. Ik denk dat het goed was geweest als er een persoon uit onze groep was aangewezen die de compositie had bewaakt. Op de tweede dag is een groot deel van de compositie weg geschilderd waardoor het schilderij platter is geworden.”
Eerstejaars Fred Morssink zegt terugblikkend: “Wellicht hadden we bij de start nog iets meer tijd kunnen nemen voor het afstemmen van de compositie, kleur, en nog veel meer, maar de hongerige kunstenaars ‘moesten’ zo snel als mogelijk aan de slag. Het is ook nogal wat: twee bij anderhalve meter beschilderen en dat met vier of vijf mensen tegelijk! Het ene moment heb jij een idee, dan moet je weer een beetje water bij de wijn doen. Ouderejaars geven af en toe een tip (kleur mengen, kwasten schoonhouden). Maar er hing een lekker ongedwongen sfeer, waarbij Rein af en toe een suggestie deed en fungeerde als vraagbaak. Ach, en het schilderij, prima, maar de sfeer was nog beter! En dan komen we ook nog in een echt museum te hangen. In ieder geval is dat voor mij de eerste keer!”
Benieuwd naar het eindresultaat? De schilderijen zijn van 18 mei t/m 28 augustus te zien in het Noordelijk Scheepvaartmuseum/Museum aan de A in Groningen.
Benieuwd naar het eindresultaat? De schilderijen zijn van 18 mei t/m 28 augustus te zien in het Noordelijk Scheepvaartmuseum/Museum aan de A in Groningen.